Art. 44-vragen Vertraging Sloeweg door werkzaamheden

Geacht College,

Hierbij schriftelijke vragen conform artikel 44 van het Reglement van Orde van het Statenlid Ruud Haaze, Partij voor de Vrijheid (PVV), over vertraging op de Sloeweg door werkzaamheden.


Toelichting
In de PZC van 1 november jl. is te lezen dat van 7 november tot en met 23 december a.s. in verband met werkzaamheden op de Sloeweg, tussen Heinkenszand en de Westerscheldetunnel rekening moet worden gehouden met vertraging. In beide richtingen is er dan maar een rijstrook beschikbaar.

De werkzaamheden bestaan uit het aanleggen van zeven vluchthavens en het aanvullen van de wegbermen met grond. De vluchthavens zijn bedoeld om weggebruikers een veilige plek te bieden bij pech- en noodgevallen.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen.

1. Natuurlijk is het goed om vluchthavens aan te leggen bij een weg. Is uw college het met de PVV-fractie eens dat dit soort werkzaamheden goed gepland moeten worden zodat er zo min mogelijk onnodige overlast is voor weggebruikers? Zo nee, waarom niet?

Ja. De uitvoering van werkzaamheden aan de provinciale infrastructuur wordt in beginsel zodanig gepland dat de overlast voor weggebruikers en de omgeving zoveel als mogelijk wordt beperkt.

2. Is uw college van mening dat de aanleg van genoemde vluchthavens niet op een eerder moment, namelijk het moment van aanleg van dat deel van de Sloeweg, mogelijk was? Zo nee, waarom niet. Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

Het was inderdaad wenselijk geweest om de vluchthavens eerder aan te leggen. Oorspronkelijk zaten er in het bestek van de Sloeweg geen vluchthavens. Naar aanleiding van het rapport van het Taskforce-team Sloeweg en de Statencommissie Economie van 13 november 2015 is met het projectteam onderzocht wanneer de vluchthavens aangelegd zouden kunnen worden. Toen was nog onduidelijk of dit binnen het budget zou passen. Er is voor gekozen om niet op voorhand een aanvullend krediet aan te vragen, wat dan mogelijk achteraf weer overbodig zou blijken, als er ruimte in het budget zou ontstaan.
Dat de ruimte binnen het bestaande budget inderdaad aanwezig was, bleek echter pas op een moment dat inpassing binnen het geplande werk niet meer mogelijk was en dus op een later moment plaats zou moeten vinden. Dat de uitvoering pas nu kan plaatsvinden betekent helaas wel hinder voor de weggebruiker.

Ik verzoek u vriendelijk om deze vragen schriftelijk te beantwoorden.

Hoogachtend,
Statenfractie Partij voor de Vrijheid in Zeeland
Namens deze,

Ruud Haaze
Lid Provinciale Staten van Zeeland